woensdag 6 juli 2011

Kerst en oud en nieuw 2010/2011 in Paramaribo gevierd.


foto-impressie Paramaribo klik hier.


29 december 2010. Woensdag
 
Het is gelukt. Ik heb mijn terugvlucht kunnen vervroegen van 6 naar 3 januari en heb dan dezelfde vlucht als mijn vriendin. Hoewel ik genoten heb van het geweldige weer, verlang ik nu ook wel weer naar Nederland, naar mijn kinderen en mijn honden. Ik begin geloof ik al een Euro-Surinamer te worden. Ben ik in Nederland, dan verlang ik naar SU, ben ik in SU dan verlang ik weer naar Nederland.
Maar nu had ik het na een week alweer gehad. De verveling sloeg toe. Zo druk als ik het in Nederland had, zo weinig heb ik hier te doen. Ik heb zelfs geen computeraansluiting hier in huis en geen BB.  Bovendien ben ik door omstandigheden doorgaans alleen. Een van de oorzaken is dat ik de Surinaams sprekende huiselijke omgeving vermijd. Ik versta het toch niet. Ik sluit mij dan af en heb dan weinig contact. Daar heb ik dus geen zin meer in.  En dus ga ik maar wandelen door Paramaribo. Dat vind ik leuk. Maar ook dat begint routine te worden. De vrouw aan de Waterkant begint mij al aardig te kennen en vult al een bakje eten voor mij voordat ik mijn bestelling uitspreek. Maar wel vraagt ze iedere keer weer of ik sambal er bij wil en iedere keer zeg ik dan dat ik dat graag wil. Veel verder gaat ons contact niet.(Hindoe tempel)(Hindoe tempel)
Veelal ontmoet ik nog wat zwervers. Komt er eerst een man met een brommer aan de hand bij mij. Of ik 5 SRD heb. Hij verzekert mij bij herhaling geen bedelaar te zijn, maar dat hij geen benzine heeft en dan ook niet thuis kan komen. Oké, ik geef hem die vijf losse SRD’s die in mijn broekzak zitten. Daarna was hij opvallend snel weg zonder bedankje. Op weg naar zijn volgende slachtoffer. 
Kom ik vijf minuten later weer een vent tegen die mij aanspreekt. Of ik geld voor hem heb. Krijg ik weer een verhaal dat hij geen bedelaar is en waarom hij zo nodig geld moet hebben. “Wat een pech heb je”, zeg ik tegen hem. “Ik heb net mijn laatste vijf SRD gegeven aan een man die ook beslist geen bedelaar is”. Ik vertel hem vervolgens uitvoerig over die lege benzinetank en hoe vervelend het voor die man wel niet was om niet thuis te kunnen komen, waarbij ik ook het nodige er nog om heen verzon. Het verhaal duurde de man blijkbaar te lang. Hij sloeg mij vriendelijk op de schouder en zei: “Volgende keer dan maar beter”. Alsof hij mij troostte.  En hij verdween.
Komt bedelaar nummer drie op mij af. Deze deed geen enkele moeite te verdoezelen dat hij een bedelaar is. Is ook een beetje moeilijk met zo’n bedelaarsuiterlijk. Of ik geld voor hem heb. Het bedrag liet hij beleefd aan mijn discretie over. “Meneer, als ik geld zou hebben, zou ik hier nu niet lopen maar zat ik in een taxi”, zei ik. Later realiseerde ik mij dat je inderdaad als bedelaar meer succes hebt als je uitdrukkelijk ontkent bedelaar te zijn
Op de terugweg, vlak bij huis ga ik meestal nog even bij de chinees wat boodschappen doen. De man weet totaal niet wat hij verkoopt. We kunnen geen woord wisselen. In alle talen behalve in het Surinaams en het Chinees, vraag ik om chocolade. Hij weet oprecht niet wat ik bedoel. Uiteindelijk vind ik de repen vlak bij de kassa en reken die met allerlei andere spullen af bij hem.Naarmate ik vaker kom en meer geld bij hem spendeer, lacht hij steeds aardiger en zwaait hij vanachter de kassa steeds uitbundiger naar mij.
 Hij zal mij gemist hebben toen ik de volgende dag met mijn vriendin weer vertrok richting Nederland. In Nederland zal ik weer verlangen naar dit heerlijke land.
 
28 december 2010.

Afgelopen dagen ben ik steeds naar het centrum gelopen en steeds via een andere route. Ik doe er ongeveer ruim een uur over. In de brandende zon. Soms onderweg een flesje koud water kopen en al lopende opdrinken. Mijn conditie gaat in rap tempo omhoog. Gestopt met roken en meer beweging. Ik voel mij heerlijk. Nu moet ik het nog zien vol te houden.
Door mijn wandelingen leer ik Paramaribo een stuk beter kennen. Nu kan ik mij eindelijk goed oriënteren. Maar het valt mij nu ook meer dan voorheen op hoeveel armoede er is. Erven die volgebouwd staan met kleine vervallen houten huisjes. Je vraagt je af hoe het mogelijk is dat daar nog mensen, zelfs gezinnen met kleine kinderen wonen. Net zoals in ieder Zuid Amerikaans land is ook hier de tegenstelling tussen arm en rijk groot. Rijk moet zich dan ook met veel ijzerwerk beschermen tegen de armen. Ik weet het, er zullen altijd rijken en altijd armen zijn. Daar kan ik niets aan doen. Maar het raakt mij wel. Ik ben iemand die het liefst ieder verloren kind in de armen wil sluiten, wil adopteren en een toekomst wil geven. Ik ben iemand die het liefst iedere zwerfhond zou willen meenemen en een liefdevol tehuis zou willen bieden. Maar dat kan natuurlijk allemaal niet. Maar ondertussen voel ik wel de pijn van de uitgemergelde, angstige hond die mij hoopvol aankijkt. Ik neem mij voor hondenkoekjes mee te nemen op mijn wandeltochten. Dan doe ik toch iets.
Maar aan de andere kant moet ik er voor waken niet te zeer door de westerse bril te kijken. Je hebt hier in Suriname niet veel nodig. Je leeft onder de zon, de bomen dragen  meermalen per jaar vrucht. Niemand hoeft hier van de honger om te komen. Er heerst een ontspannen sfeer. De mensen lijken over het algemeen tevreden en zijn vriendelijk. Voor geluk heb je geen duur huis en een BMW nodig.
Je ziet, met name in het centrum, ook heel veel vergane glorie. Gebouwen en huizen die koloniale rijkdom en welstand vermoeden, zijn sinds de onafhankelijkheid niet meer onderhouden en zijn daardoor in verval geraakt. Een klein deel is weer in ere hersteld, zoals onder andere de huizen aan de Waterkant, maar de rest verpaupert. Zonde. Een belangrijk deel van ons Nederlandse culturele erfdeel verpauperd en verdwijnt. Zo vind ik het een groot gemis dat van de vele en vele plantages uit de slavernijtijd er niet één is overgebleven. Je kunt dus niet meer met eigen ogen zien hoe zo’n plantage er uit zag, hoe de verblijven van de slaven er uit zagen. Kortom, hoe het leven op zo’n plantage er ongeveer moet hebben uitgezien. Maar die zwarte bladzijde laten wij blanke Hollanders graag weg uit de geschiedenisboekjes. Gebeurd is gebeurd.
En op mijn wandeltochten probeer ik mij ondertussen een beeld te vormen van hoe het leven voor mij zal zijn als ik echt hier in Paramaribo zou wonen


27 december 2010.

De Kerst is aan mij voorbij gegaan. Op het plein voor het paleis staat een grote, versierde kerstboom en voor de gerestaureerde houten kathedraal was er een paar dagen lang een levende kerststal. Maar dat was het dan ook wel zo ongeveer. De winkels zijn schaars tot niet versierd en ook weinig huizen zijn versierd. Uitzonderingen daargelaten. Af en toe zie je een overdreven versierd huis.
Kerst wordt ook in SU gewoon in huiselijke kring gevierd; tussen vier muren. Mijn eerste kerst zonder familie.  Guido met de honden thuis en Esther in Wedde, bij Roberto en zijn ouders op de boerderij.
Beide dagen ben ik naar het centrum gelopen. Je kon er een kanon afschieten. Bij het Vat waren wel mensen op het terras. Toeristen voornamelijk. In de portocabin voor het Vat zaten uitsluitend blanken die turend in het beeldscherm contact zochten met hun overzeese familie.
En het prachtige weer werkte natuurlijk ook niet mee om in kerstsfeer te komen. In Nederland hebben ze eindelijk een witte kerst. Meer dan dat. Eindelijk die Anton Piek plaatjes in real life. Maar geef mij dan toch maar dit zonovergoten klimaat.
Kortom, voor de kerst hoef je echt niet naar SU ( tenzij je er familie hebt wonen natuurlijk) maar voor het weer des te meer.






21 december 2010

Nog een paar plaatjes van Paramaribo. Hier ziet u de Palmentuin. Deze ligt pal achter het Presidentiele paleis. Oorspronkelijk was de palmentuin het kostgrondje van de gouverneur. Later is het gesplitst in een stuk achtertuin van het Paleis en een palmentuin, Het zijn Koningspalmen. Er komen dus geen kokosnoten aan.
Gelukkig is een deel van de huizen gebouwd in de koloniale tijd, weer gerestaureerd. Een echt stukje Hollands erfgoed. Net als de Waterkant, waar ik een paar dagen eerder een foto van liet zien.



Suriname heeft de grootste houten kathedraal van Zuid-Amerika. Toen ik anderhalf jaar geleden hier voor het laatst was, stond de boel nog vol op in de steigers. Nu is het af. En het resultaat mag er wezen.







Hier de zogenaamde wilde bussen. Voor 40 eurocent kom je er mee naar de andere kant van de stad. Ze rijden natuurlijk niet op tijd, maar er rijden er veel zodat je niet lang hoeft te wachten. Maar ik verkies toch de taxi




Hier wederom de Surinamerivier. Paramaribo is er tegen aan gebouwd. Dus het oude, historische centrum met fort Zeelandia, ligt tegen de Surinamerivier.


Dit zijn korjalen (als ik het goed spel). Met deze bootjes kun je naar de overkant. De grote brug een eind verderop is denk ik alleen voor autoverkeer.


Verder nog een paar plaatjes van de Surinamerivier. Ik ben deze vakantie overigens niet van plan Paramaribo uit te gaan. Ik heb immers tijdens vorige vakanties al behoorlijk wat van de kust en het achterland gezien. Nu ben ik in Suriname primair voor mijn rust, voor het schitterende weer, voor familiebezoek en om eens mee te maken hoe hier kers en oud- en nieuwjaarsdag gevierd wordt.








Zondag 19 december 2010 vervolg

Toch maar snel even wat meer foto's gemaakt en op deze blog gezet. De vorige impressie was wel erg mager.
Deze foto's zijn daarnet gemaakt in het historisch centrum. Dat ligt overigens tegen de Suriname Rivier. 
Daar bevindt zich het presidentieel paleis.
 
Maar ook Fort Zeelandia , uitkijkend over de rivier




 En de prachtige architectuur van de huisjes rond het Fort. Hieronder foto's van de Waterkant. Deze oude koloniale huizen zijn prachtig gerestaureerd. Ze kijken uit over de Suriname rivier. De waterkant is een van de toeristische trekpleisters van Paramaribo.





De foto hieronde betreft het pand waar de Tweede Kamer van Suriname gehuisvest  is.


----------------------------------------------------------------



 Het is nu zondag 19 december 2010. Afgelopen donderdag na een vlucht van 9 uur aangekomen in Suriname, Geen vliegangst gehad deze keer.
Het is in Suriname zo' n 30- tot 33 graden. Heerlijk. maar de eeste twee dagen wel een beetje moeten acclimatiseren. Maar ik kan u zeggen, dat het mooie weer snel went.

We verblijven in een schitterende vila. Alleen voor ons tweetjes.
Veel heb ik nog niet gedaan. Tot nu toe lekker lui geweest. Lekker uitrusten. Alleen gisteren naar twee verschillende casino's geweest. Niet om te gokken. Ik hou daar niet van.Het aardige van die casino' s is dat je onbeperkt gratis van alles kunt drinken. Het maakt niet uit.En zo rond tien uur s avonds gaat het buffet open. Ook gratis. De hele avond geen cent dus uitgegeven. Als Hollander spreekt mij dat wel aan.

Wat tegen valt is dat ik toch niet over een internetverbinding beschik. De aansluiting is weliswaar aanwezig, maar nog niet administratief geregeld.Ik ben nu in een internetcafe tegenover Hotel Torarica, of beter Hotel Royaal in Paramaribo.Op loopafstand van mijn vakantieverblijf heb ik geen internetcafe. Dus altijd een taxi nemen. Ik zal proberen in ieder geval om de andere dag het internet op te gaan.










 -------





vrijdag 1 juli 2011

Jan Lubbelinkhof: Keti koti

Keti Koti

De ketenen verbroken
Het verleden achter ons
Vrijheid voor een ieder
Behalve...
Als je een kleurtje hebt
Of een andere mening
Aan een raar geloof doet
Niet in het rijtje past
Vreemd haar
Een tattoo
Of een bontkraagje toont
Dan zit je nog steeds vast
Ketenen van het anders zijn
Enkel vrij onder gelijken
Maar niet ieder is gelijk
All animals are equal
Maar jij en ik... zijn vreemden